Statuten | BVRGS - Belgische Vereniging voor Relatietherapie Gezinstherapie en Systeemcounseling

Belgische Vereniging voor Relatie- en Gezinstherapie en Systeemcounseling
Afbeelding

Statuten

Belgische Vereniging voor Relatie- en Gezinstherapie en Systeemcounseling
BVRGS

Contactadres:

Secretariaat van de BVRGS:
Mevr. Wendy Arras
Hoogveldweg 12/3
2500 Lier

 

BVRGS:
Mevr. An Van Herck (voorzitter)
Berlaarbaan 194

2861 Onze-LIeve-Vrouw Waver

 

GECOÖRDINEERDE STATUTEN BELGISCHE VERENIGING VOOR RELATIE- EN GEZINSTHERAPIE EN SYSTEEMCOUNSELING (ondernemingsnummer 0538.805.306)

 

TITEL I: NAAM - ZETEL - DOEL - DUUR

ARTIKEL 1

De vereniging draagt de naam: Belgische Vereniging voor Relatie- en Gezinstherapie en Systeemcounseling, afgekort: BVRGS.

ARTIKEL 2

De zetel van de vereniging is gelegen in het Vlaams Gewest.

Voor het wijzigen van de maatschappelijke zetel is een beslissing van de Algemene Vergadering vereist. Indien ten gevolge van de verplaatsing van de maatschappelijke zetel de taal van de statuten moet worden gewijzigd, kan enkel de Algemene Vergadering deze beslissing nemen met inachtneming van de vereisten voor een statutenwijziging.

ARTIKEL 3

De vereniging heeft tot doel:

1. Het bevorderen van de competentie en de kwaliteit in de praktijk, het onderzoek en het onderwijs en vorming in de relatie- en gezinstherapie en systeemcounseling en aanverwanten.

2. Het bevorderen van de professionele identiteit van therapeuten en counselors in de systeembenadering.

3. Het bevorderen van contacten onder de leden en met externen o.a. onder vorm van studiedagen en uitwisselingen allerhande.

4. Het bevorderen van publicaties en de productie van wetenschappelijk materiaal op dit gebied, bijvoorbeeld door het oprichten of ondersteunen van een vaktijdschrift.

5. Het aanwenden van al de middelen die zij nuttig acht om te kunnen verzekeren dat de leden die aan de vastgestelde voorwaarden beantwoorden, zoals uitgestippeld in de statuten, door de vereniging erkend zijn om de functie van systeempsychotherapeut en/of systeemcounselor te kunnen uitoefenen.

Daarnaast kan de vzw alle activiteiten ontplooien die rechtstreeks of onrechtstreeks bijdragen tot de verwezenlijking van haar doel, met inbegrip van commerciële en winstgevende activiteiten waarvan de opbrengsten altijd volledig zullen worden bestemd voor de verwezenlijking van haar doel.

Zij mag rechtstreeks noch onrechtstreeks enig vermogensvoordeel uitkeren of bezorgen aan de oprichters, de leden, de bestuurders of enig andere persoon behalve voor het in de statuten bepaald belangeloos doel. Elke verrichting in strijd met dit verbod is nietig.

ARTIKEL 4

De vereniging wordt opgericht voor onbepaalde duur, doch kan evenwel ten allen tijde ontbonden worden.

TITEL II: LEDEN

ARTIKEL 5

Het aantal leden is onbeperkt, maar moet tenminste twee bedragen. De vereniging kan effectieve en toegetreden leden tellen. De volheid van het lidmaatschap, met inbegrip van het stemrecht op de Algemene Vergadering, komt uitsluitend toe aan de effectieve leden.

Effectieve leden zijn diegenen wiens naam is vermeld in het ledenregister dat op de zetel van de vereniging wordt bewaard. De wettelijke bepalingen zijn alleen op de effectieve leden toepasselijk.

Toegetreden leden hebben enkel de rechten en plichten die in deze statuten worden omschreven. Toegetreden leden zijn enkel aangesloten om te genieten van de activiteiten van de vzw. Ze hebben geen stemrecht op de Algemene Vergadering.

Alle leden kunnen op de zetel van de vereniging het register van de leden raadplegen. Daartoe richten zij een schriftelijk verzoek aan het Bestuur met wie zij een datum en het uur van de raadpleging van het register overeenkomen. Dit register kan niet worden verplaatst.

ARTIKEL 6

Worden als effectieve leden beschouwd:

- De stichtende leden

- De toegetreden leden, met uitzondering van aspirant-leden en ereleden, die een aanvraag hebben gedaan tot effectief lid en door de Algemene Vergadering aanvaard worden als effectief lid, op voordracht van het Bestuur. Ieder toegetreden lid kan zich jaarlijks via het secretariaat opgeven als kandidaat-effectief lid en zal als kandidaat-effectief lid door het Bestuur voorgedragen worden op de volgende Algemene Vergadering.

Met de term 'lid' in deze statuten wordt uitdrukkelijk verwezen naar de effectieve leden.

Daarnaast kunnen personen ook als ereleden of aspirant-leden tot de vereniging toelaten worden. Deze worden beschouwd als toegetreden leden en kunnen geen kandidatuur stellen als effectief lid.

ARTIKEL 7

Om als toegetreden lid aanvaard te worden door het Bestuur dient een kandidaat-toegetreden lid aan de volgende voorwaarden te voldoen:

7.1. Indien de kandidaat een opleiding Relatie en Gezinstherapie / Systeemtherapie (RGT/S) startte voor 1 januari 2011 gelden de oude voorwaarden om als lid toegelaten te worden:

7.1.1. Kandidaten dienen met succes een vierjarige opleiding in de relatie- en gezinstherapie/systeemtherapie voltooid te hebben. Driejarige erkende opleidingen die voor 31 december 2008 voltooid zijn, worden beschouwd als evenwaardige opleidingen.

7.1.2. Kandidaten hebben een master diploma of bachelor diploma in de menswetenschappen. Bijkomende cursussen en vooropleidingen zijn niet vereist.

7.1.3. Kandidaten oefenen actief een praktijk uit als relatie en gezinstherapeut of systeemtherapeut. Deze praktijk behelst minstens 5 cliëntsystemen per week.

7.1.4. Wanneer therapeuten toetreden tot de BVRGS houdt dit in dat zij er zich toe verbinden de bepalingen van de deontologische code en de ethische principes waarop deze deontologische code is gebaseerd, te onderschrijven en strikt na te leven.

7.1.5. Leden betalen het lidgeld dat bepaald is door de het Bestuur.

7.2. Indien de kandidaat een opleiding Relatie- en Gezinstherapie (RGT) startte na 1 januari 2011, gelden de nieuwe voorwaarden:

7.2.1. Kandidaten voldoen aan de volgende toelatingsvoorwaarden:

7.2.1.1. Psychotherapeutische praktijk.

Zij die hun psychotherapieopleiding na 31 december 2010 startten, zullen bij hun aanvraag tot lidmaatschap moeten aantonen dat:

§ Zij minimaal gedurende vier jaar een gesuperviseerde psychotherapeutische praktijk (RGT/systeemtherapie) voeren.

§ In deze vier jaar minimaal 5 cliënten/cliëntsystemen per week zagen.

§ De supervisor een door de BVRGS erkende supervisor betrof.

§ Zij momenteel werkzaam zijn met een psychotherapeutisch mandaat, met een minimum van 5 cliënten en/of cliëntsystemen per week.

De gesuperviseerde psychotherapeutische praktijk mag ingaan tijdens de opleiding tot RGT/systeemtherapeut. In dat geval zal de betreffende opleider borg staan voor de supervisie.

7.2.1.2. Psychotherapie opleiding.

Enkel afgestudeerden van de erkende opleidingen, gepubliceerd op de website van de BVRGS, die een vierjarige opleiding (vier opeenvolgende jaren!) in de relatie en gezinstherapie/ systeemtherapie met succes voltooiden, komen in aanmerking voor het BVRGS lidmaatschap.

7.2.1.3. Vooropleiding

Het kandidaat-lid is minstens houder van een diploma van de eerste cyclus van het hoger onderwijs in het domein van de gezondheidszorgberoepen, de psychologie, de pedagogische wetenschappen of de sociale wetenschappen, behaald ter afsluiting van een opleiding die, in het kader van het voltijds onderwijs, minstens drie jaar studie of 180 ECTS-studiepunten telt.

Komen zonder meer in aanmerking voor lidmaatschap (opleidingen gestart voor 1 september 2018):

§     Master in de klinische psychologie

§     Master in de klinische orthopedagogiek

§     Master in de seksuologie en familiale wetenschappen

§     Master in de geneeskunde, specialisatie psychiatrie.

Degenen die hun vierjarige opleiding starten na 1 september 2018 dienen te beschikken over een diploma master Klinische Psychologie, master Klinische Orthopedagogie of Psychiater.

Kandidaten voor het BVRGS lidmaatschap met onderstaande basisdiploma's in de menswetenschappen / hulpverlenende beroepen, dienen voorafgaand aan de psychotherapieopleiding, basiskennis verworven te hebben op universitair (masteropleiding) niveau van:

§ Psychopathologie

§ Ontwikkelingspsychologie

§ Psychotherapie (basisvaardigheden / therapeutische modellen)

§ Meer specifiek gaat het om de volgende basisdiploma's met een minimum niveau 6:

§ Bachelor in maatschappelijk werk

§ Bachelor in de sociale verpleegkunde

§ Bachelor in de psychiatrische verpleegkunde

§ Bachelor in de orthopedagogie

§ Bachelor in de gezinswetenschappen

§ Bachelor in de toegepaste psychologie, richting klinische psychologie

§ Master in de huisartsgeneeskunde

§ Master in de criminologie

§ Master in de pedagogie

§ Master in de psychologie

Naast de universiteiten, kunnen deze vakken ook gevolgd worden in het kader van een opleiding die erkend is door de BVRGS.

Personen met andere basisdiploma's in de menswetenschappen dan de hierboven aangehaalde kunnen eventueel in aanmerking komen voor het BVRGS lidmaatschap. Zij dienen daarvoor aan te tonen dat zij aan de bovenstaande eisen met betrekking tot vooropleiding voldoen. Zij onderbouwen dit via bijkomende cursussen of opleidingen én via een gemotiveerd schrijven van hun opleidingsinstituut aan het Bestuur, voordat zij de vierjarige opleiding aanvatten.

7.2.2. Kandidaten oefenen actief een praktijk uit als relatie en gezinstherapeut of systeemtherapeut. Deze praktijk behelst minstens 5 cliëntsystemen per week.

7.2.3. Wanneer therapeuten toetreden tot de BVRGS houdt dit in dat zij er zich toe verbinden de bepalingen van de deontologische code en de ethische principes waarop deze deontologische code is gebaseerd, te onderschrijven en strikt na te leven.

7.2.4. Het lidgeld betalen dat bepaald is door het Bestuur.

 

7.3. Om als lid met erkenning systemisch counselor (SC) toegelaten te worden dient men:

 

7.3.1. Voldoen aan de volgende voorwaarden van de BVRGS voor erkenning als systemisch counselor:

7.3.1.1 Basisdiploma

Minimum een diploma Hoger Onderwijs in de menswetenschappen.

Voor kandidaten met een ander diploma die na hun opleiding lid wensen te worden van de BVRGS dient het opleidingsinstituut vóór de aanvang van de tweejarige opleiding tot ‘Systemisch Counselor’ een gemotiveerde aanvraag te doen bij de BVRGS of deze kandidaat, na het voltooien van de opleiding, lid kan worden van de BVRGS. Deze aanvraag dient te gebeuren voor het begin van de opleiding van de kandidaat en gemotiveerd te zijn op basis van bewezen expertise en ervaring in het werkveld. Het opleidingsinstituut doet deze aanvraag in overleg met de kandidaat-cursist. De BVRGS beslist dan of deze kandidaat na de opleiding lid kan worden van de vereniging en stelt eventueel bijkomende voorwaarden.

7.3.1.2 Opleiding

Worden toegelaten tot de BVRGS als systemisch counselor:

Professionals met een diploma menswetenschappen die:

§ Een door de BVRGS erkende opleiding tot systemisch counselor met succes gevolgd hebben, met daarin theoretisch-technische vorming, persoonlijk proces en supervisie (250 uur). Deze opleiding vormt een geïntegreerd geheel dat gespreid is over minimaal twee jaar.

§ Indien u uw opleiding begon na 1 januari 2015, een door de BVRGS erkende vervolgsupervisie (25 uur - na de opleiding van 2 jaar) hebben gevolgd. De vervolgsupervisie dient niet noodzakelijk in hetzelfde instituut als de basisopleiding te worden gevolgd. Het kan een verrijking zijn een ander instituut en werkstijl te leren kennen.

Voor elk van de onderdelen (250 en 25 u) wordt door het opleidingsinstituut een certificaat afgeleverd waarmee de kandidaten het BVRGS lidmaatschap kunnen aanvragen. Na de opleiding van 250 u kan het aspirant-lidmaatschap als counselor worden toegekend. Na het volledige traject wordt door de BVRGS het volledige lidmaatschap als counselor toegekend.

Het volledige traject dient binnen een periode van 5 jaar te zijn afgewerkt.

 

7.3.1.3 Overgangsmaatregelen

Deze gelden voor kandidaat-leden die hun opleiding voor 1 januari 2015 gestart zijn.

Zij hebben met succes een door de BVRGS erkende opleiding tot systemisch counselor gevolgd met daarin theoretisch-technische vorming, persoonlijk proces en supervisie (250 uur). Deze opleiding vormt een geïntegreerd geheel dat gespreid is over minimaal twee jaar.

Maximum duur: als overgangsmaatregel wordt aanvaard dat een opleiding binnen de 7 jaar volledig dient afgerond te zijn aan een door de BVRGS erkende opleiding, met minimaal twee jaar gesuperviseerde werkervaring.

7.3.1.4 Werkervaring

Alvorens een opleiding aan te vatten dient de kandidaat minstens één jaar werkervaring te kunnen voorleggen.

Op het moment van de aanvraag dient een kandidaat een professionele praktijk van minimum 20% FTE werk als counselor (contacten met cliënten) te kunnen voorleggen.

 

7.3.1.5 Aspirant-lidmaatschap

Deelnemers aan een opleiding SC kunnen na de twee jaar opleiding 1 jaar aspirant-lid worden. Tijdens dat jaar volgen zij de vereiste uren supervisie.

Kandidaten die in Nederland wonen en werken kunnen lid worden van de BVRGS indien zij voldoen aan de voorwaarden van de BVRGS wat betreft basisdiploma, opleiding aan een BVRGS erkende opleiding en supervisie.

7.3.2. In de professionele praktijk minstens deeltijds (20% FTE) werken als counselor (contacten met cliënten)

7.3.3. Wanneer counselors toetreden tot de BVRGS houdt dit in dat zij er zich toe verbinden de bepalingen van de deontologische code en de ethische principes waarop deze deontologische code is gebaseerd, te onderschrijven en strikt na te leven.

7.3.4. Leden betalen het lidgeld dat bepaald is door het Bestuur.

7.3.5. Toegetreden leden met een erkenning als counselor profileren zich als dusdanig tegenover derden en zijn expliciet over hun erkenning als counselor.

7.4 Om als aspirant-lid erkend te worden moet men:

7.4.1. Voldoen aan de toelatingsvoorwaarden betreffende de basisopleiding (zie de bovenvermelde toelatingsvoorwaarden RGT/S en de toelatingsvoorwaarden voor SC).

Deelnemers aan een opleiding, RGT, kunnen vanaf het eerste jaar aspirant-lid worden van de BVRGS. Zij dienen aan alle andere voorwaarden te voldoen wat betreft basisdiploma met eventuele aanvullende cursussen en praktijk onder supervisie met minstens 5 cliënt(en)(systemen) per week. Met een kopie van het basisdiploma (eventueel met de resultaten van de aanvullende cursussen) en een bewijs van het opleidingsinstituut dat zij ingeschreven zijn in de opleiding, kunnen zij een aanvraag doen voor aspirant-lidmaatschap. Het aspirant-lidmaatschap is 1 jaar geldig en kan hernieuwd worden met het inschrijvingsbewijs van het volgende jaar. Cursisten dienen jaarlijks het inschrijvingsbewijs aan het secretariaat te bezorgen. Het aspirant-lidmaatschap loopt van 1 januari tot 31 december. 

Kandidaat-leden Systemisch Counselor kunnen na de twee jaar opleiding 1 jaar aspirant-lid worden. Tijdens dat jaar volgen zij de vereiste uren supervisie.

7.4.2. Aspirant leden RGT/SC worden toegetreden lid nadat zij hun laatste jaar opleiding beëindigd hebben en het certificaat doorgestuurd hebben naar het secretariaat van de vereniging. Aspirant-leden SC kunnen lid worden na het beëindigen van de vereiste uren supervisie.

7.4.3. Wanneer aspirant-leden toetreden houdt dit in dat zij er zich toe verbinden de bepalingen van de deontologische code en de ethische principes waarop deze deontologische code is gebaseerd, te onderschrijven en strikt na te leven.

7.4.4. Het lidgeld voor aspirant leden betalen. Dit bedraagt 50% van het lidgeld voor toegetreden leden.

7.4.5. Aspirant-leden kunnen geen effectief lid worden en hebben geen stemrecht in de Algemene Vergadering.

7.5. Op voorstel van het Bestuur kan de Algemene Vergadering personen die zich voor de vereniging of voor de ontwikkeling van de Systeemtherapie bijzonder verdienstelijk hebben gemaakt, tot erelid van de vereniging benoemen. Ereleden hebben dezelfde rechten als toegetreden leden. Zij betalen echter geen lidgeld.

7.6 De nieuwe toegetreden leden tekenen bij hun toetreden de deontologische code alsook het intern reglement.

ARTIKEL 8

De toelatingsprocedure voor andere dan effectieve leden verloopt als volgt:

8.1. Een kandidaat-lid zal de aanvraag tot lidmaatschap indienen op het secretariaat aan de hand van een online ingevuld aanvraagformulier voor lidmaatschap.

8.2. Kandidaat-leden bezorgen het secretariaat de nodige documenten: kopie van het basisdiploma, kopie van het certificaat van de opleiding tot relatie- en gezinstherapeut / systeemtherapeut, indien nodig een bewijs van de gevolgde bijkomende vakken met het resultaat hiervan. Indien het niet duidelijk blijkt uit de werkcontext in dienstverband, kan het secretariaat een bijkomende verklaring van de werkgever vragen dat men werkt met een klinisch-psychotherapeutisch mandaat. Het kandidaat-lid bezorgt deze verklaring aan het secretariaat.

8.3. Kandidaat-leden storten het inschrijvingsgeld op het rekeningnummer van de BVRGS. Het inschrijvingsgeld bedraagt de helft van het lidgeld voor leden of de helft van het lidgeld voor aspirant-leden. Het inschrijvingsgeld kan niet teruggevorderd worden door de kandidaten, ook niet nadat zij geweigerd werden als lid van de vereniging.

8.4. Het secretariaat van de vereniging ontvangt de aanvragen tot lidmaatschap, ordent deze, vraagt informatie op bij de kandidaten indien nodig, kijkt na of de kandidaten voldoen aan de criteria, zoals deze geformuleerd zijn in de toelatingsvoorwaarden (zie de toelatingsvoorwaarden ) en controleert of het inschrijvingsgeld werd betaald. Het secretariaat brengt verslag uit aan de Erkenningscommissie van de BVRGS. De commissie draagt de nieuwe leden voor aan het bestuur.

8.5. De Erkenningscommissie komt tweemaal per jaar samen om de aanvragen tot lidmaatschap te behandelen: begin november en begin mei. De commissie beslist welke kandidaten lid toegelaten worden als lid van de BVRGS.

8.6. Het Bestuur dient deze beslissing omtrent het lidmaatschap van een kandidaat te bekrachtigen op de volgende bestuursvergadering. De beslissing van het Bestuur wordt door het secretariaat schriftelijk of via e-mail meegedeeld aan de kandidaat. Een eventuele afwijzing wordt gemotiveerd door te verwijzen naar de criteria, zoals deze werden vastgelegd in de toelatingsvoorwaarden.

8.7. Kandidaat-leden en kandidaat aspirant-leden die toegelaten zijn tot de vereniging, storten nogmaals de helft van het respectievelijke lidgeld zodat zij het volledig bedrag van het lidgeld hebben betaald. Pas na de volledige betaling van het lidgeld is een kandidaat lid van de vereniging.

ARTIKEL 9: De deontologische code van de BVRGS

9.1. De deontologische code van de BVRGS is gebaseerd op de code van de Europese Vereniging voor Gezinstherapie (EFTA).

De code is van toepassing op alle relaties van de leden van BVRGS met cliënten, studenten, supervisanten en collega’s.

De code dekt ook de andere verantwoordelijkheden verbonden aan het uitoefenen van een functie als therapeut en/of counselor. De professionele standaarden voor een relatie- en gezinstherapeut en voor een systeemcounselor veronderstellen een voortdurende inspanning om correct te handelen.

Door te kiezen voor lidmaatschap van BVRGS, aanvaardt ieder lid om zich te gedragen volgens de code die op dit ogenblik in voege is. Het lid aanvaardt ook elke beslissing van de BVRGS die in overeenstemming met deze code genomen wordt.

9.2. Verantwoordelijkheid ten opzichte van cliënten

Elk lid van de BVRGS stelt zijn bekwaamheid en kennis ten dienste van zijn cliënten.

De counselor handelt binnen een welomschreven mandaat, dat zich onderscheidt van het mandaat van psychotherapeut; dit onderscheid wordt in de praktijk gerealiseerd door een eigen vooropleiding, een specifieke opleiding tot counselor en een professionele counselingpraktijk, in teamverband of in een collegiale context als zelfstandige. De counselor is zich bewust van de specificiteit van zijn mandaat. Hij zal geen opdrachten aanvaarden die buiten zijn bevoegdheid en competentie vallen. Bij twijfel daarover raadpleegt hij een collega of verantwoordelijke van de organisatie waarvoor hij werkt. Indien nodig zal hij verwijzen naar een andere professional.

De therapeut of counselor dient zich bewust te zijn van zijn invloedrijke verhouding tot de cliënten en mag het vertrouwen van cliënten niet gebruiken voor persoonlijk voordeel.

De therapeutische relatie en de begeleidingsrelatie is een vertrouwensrelatie. Of het nu een individu, een koppel of een gezin betreft, in alle gevallen moet de therapeut of counselor zich engageren om de vertrouwelijkheid te respecteren.

In geval van schade of gevaar van schade, voor zichzelf of anderen, dient de vertrouwelijkheid ondergeschikt gemaakt te worden aan de zorgplicht zoals die in België wettelijk is bepaald.

De eigen mentale en fysieke gezondheid kan mogelijks effect hebben op het ethisch verantwoord en professioneel uitoefenen van de functie. Therapeuten en counselors dienen de volle verantwoording hiervoor op te nemen.

Elk wetenschappelijk onderzoek waar cliënten bij betrokken worden, dient zorgvuldig alle implicaties voor alle betrokkenen te overwegen. Het moet onderworpen worden aan een evaluatie door derden, eventueel via de weg van de deontologische commissie.

9.3. Verantwoordelijkheid ten opzichte van studenten

Supervisors dienen zich bewust te zijn van de autoriteitsrelatie tegenover hun supervisanten en studenten. De supervisor mag op geen enkele manier het geschonken vertrouwen misbruiken.

Wie startende of gevestigde counselors superviseert dient zich bewust te zijn van de autoriteitsrelatie tegenover supervisanten en/of studenten. De supervisor mag op geen enkele manier het geschonken vertrouwen misbruiken.

9.4. Verantwoordelijkheid ten opzichte van collega’s

Counselors en therapeuten dienen op een efficiënte en ethisch verantwoorde wijze samen te werken met collega’s, in het bijzonder betreffende het welbevinden van hun cliënten, supervisanten en opleidelingen.

De op samenwerking gerichte attitude stelt counselors in staat beroep te doen op collegiaal advies, verwijzing of ondersteuning in situaties waar de problematiek van cliënt(en) refereert aan strikt medische, psychiatrische en/of psychotherapeutische expertise.

Counselors en therapeuten dienen de bijdragen van hun collega’s aan het eigen onderzoek te erkennen en dienen hun collega’s op gepaste wijze te crediteren en te citeren.

9.5. Professionele verantwoordelijkheden

Therapeuten en counselors pogen de positieve bijdrage van hun interventies te maximaliseren en de schadelijke effecten te minimaliseren. Ze dienen cliënten die buiten hun competentie vallen, te verwijzen naar andere en relevante professionals.

Counselors en therapeuten dienen er naar te streven hun kennis en kunde op peil te houden en dienen zich op de hoogte te stellen van de laatste ontwikkelingen in (het onderzoek in) hun vakgebied. Zij dienen zich te engageren in bijscholingsactiviteiten, studiedagen, congressen, lezen van boeken en tijdschriften.

Bij- en nascholing zijn een permanent aandachtspunt voor de leden ven de BVRGS.

 

ARTIKEL 10

De ledenbijdrage voor toegetreden en effectieve leden wordt jaarlijks vastgelegd door het Bestuur en bedraagt maximum € 800.

De toegetreden en effectieve leden ontvangen jaarlijks een uitnodiging tot hernieuwing van het lidgeld. Worden als ontslagnemend beschouwd, die leden die, mits twee schriftelijke aanmaningen, hun bijdrage niet betaalden binnen een periode van drie maanden na de eerste aanmaning en die eindigt op 31 maart.

ARTIKEL 11

Elk lid kan te allen tijde uit de vereniging treden. Het ontslag moet schriftelijk of via e-mail aan het Bestuur ter kennis worden gebracht.

 

De schorsing van het lidmaatschap of de uitsluiting van toegetreden leden die in strijd handelen met de doelstellingen van de vzw is mogelijk bij beslissing van de Algemene Vergadering op verzoek van het Bestuur met een gewone meerderheid ongeacht het aantal aanwezige en/of vertegenwoordigde leden. Het Bestuur kan in dit geval het lidmaatschap reeds schorsen in afwachting van de Algemene Vergadering waarop beslist wordt over de schorsing of uitsluiting van het lidmaatschap.

De schorsing van het lidmaatschap of de uitsluiting van effectieve leden die in strijd handelen met de doelstellingen van de vzw gebeurt overeenkomstig artikel 37. Het Bestuur kan het lidmaatschap van het betrokken effectief lid echter reeds schorsen in afwachting van de Algemene Vergadering waarop beslist wordt over de schorsing of uitsluiting van het lidmaatschap.

Daarnaast kan elk toegetreden of effectief lid een waarschuwing krijgen, kan zijn lidmaatschap geschorst worden of kan hij uitgesloten worden volgens de hiernavolgende klachtenprocedure:

11.1. Melding van de klacht

11.1.1. Elke persoon kan een klacht indienen tegen een lid, effectief, toegetreden of andere, van de BVRGS waarvan hij meent dat deze zich heeft gedragen in strijd met de deontologische code van de BVRGS.

11.1.2. Bij elke klacht dient het hiertoe opgestelde klachtenformulier elektronisch te worden toegestuurd aan het secretariaat van de BVRGS, gericht aan de voorzitter van de Deontologische Commissie. Het secretariaat zal vervolgens nagaan of de betrokken persoon of personen tegen wie de klacht is gericht, lid zijn van de BVRGS.

Indien de persoon of personen lid zijn van de BVRGS wordt de klacht doorgestuurd naar de Deontologische Commissie en wordt de indiener hiervan door het secretariaat op de hoogte gebracht.

Indien de betrokken persoon of personen geen lid zijn van de BVRGS, zal het secretariaat de indiener op de hoogte stellen dat zijn klacht niet kan behandeld worden.

11.1.2. Elke klacht dient de volgende elementen te bevatten:

1. Naam van de persoon of personen die een klacht wensen in te dienen;

2. Naam van het lid of de leden van de BVRGS tegen wie de klacht gericht is;

3. De reden van de klacht, kort en bondig omschreven;

4. Zo veel mogelijk ondersteunende informatie;

5. Alle andere instanties die zijn ingelicht over deze klacht of die deze behandelen.

De Commissie heeft het recht om op elk moment bijkomende informatie op te vragen alvorens verder over te gaan tot de behandeling van de klacht.

11.2. Behandeling van de klacht

11.2.1. Indien de Deontologische Commissie op basis van de verstrekte gegevens bij indiening van de klacht van oordeel is dat de klacht manifest ongegrond is, kan zij meteen overgaan tot het nemen van een beslissing zonder verdere behandeling.

11.2.2. Indien de Commissie van oordeel is dat de klacht verdere behandeling vereist, wordt de indiener en het betrokken lid of de betrokken leden hiervan op de hoogte gebracht. Het betrokken lid wordt tegelijkertijd ingelicht over de inhoud van de klacht.

Alle betrokken partijen mogen vanaf deze kennisgeving geen rechtstreeks contact meer met elkaar opnemen, noch via hun vertegenwoordigers, tenzij de Commissie anders beslist. Elke poging tot bemiddeling, desgevallend op initiatief van de Commissie zelf, of elk contact verloopt via de Commissie.

11.2.3. Samen met deze kennisgeving wordt aan de partijen meegedeeld dat zij elk de kans krijgen om hun standpunt uiteen te zetten. De Commissie behoudt hierbij het recht om bijkomend onderzoek te voeren.

11.2.4. Elke partij kan indien zij dit wenst, gehoord worden door de Commissie. Zij vragen dit tijdig aan. De Commissie kan ook op eigen initiatief elke partij hiervoor uitnodigen.

Indien de Commissie dit opportuun acht, kan zij overgaan tot bemiddeling tussen de twee partijen. Indien een bemiddelde oplossing wordt bereikt, kan de Commissie de procedure afsluiten zonder gevolg.

11.3. Beslissing van de Commissie

11.3.1. Bij het nemen van een beslissing beschikt de Commissie over de volgende mogelijkheden:

• De klacht is ongegrond;

• De klacht is gegrond;

• De procedure wordt afgesloten zonder gevolg;

 

Zij kan echter ook besluiten de procedure tijdelijk te schorsen indien zij dit opportuun acht.

Indien het betrokken lid een effectief lid betreft en de Commissie meent dat er reden is tot het uitspreken van een tijdelijke schorsing of schrapping, neemt deze beslissing van de Commissie de vorm van een advies dat vervolgens op een Algemene Vergadering overeenkomstig artikel 37 al dan niet wordt bevestigd. Het Bestuur kan in afwachting van de beslissing van de Algemene Vergadering het lidmaatschap van het betrokken lid schorsen.

11.3.2. Indien de Commissie oordeelt dat de klacht gegrond is, kan zij overgaan tot het opleggen van sancties geregeld onder Titel IV, doch zij kan ook oordelen dat een sanctie niet aan de orde is. Ongeacht de Commissie de klacht gegrond of ongegrond acht, kan ze overgaan tot het opleggen van maatregelen geregeld onder Titel IV.

11.3.3. Alle betrokken partijen worden op de hoogte gebracht van de beslissing van de Commissie. Deze wordt eveneens overgemaakt aan de Raad van Bestuur.

11.4. Beroepsmogelijkheid

11.4.1. Elke betrokken partij die het niet eens is met de beslissing van de Deontologische Commissie, heeft de mogelijkheid om dit elektronisch aan haar mee te delen binnen een maand na de ontvangst van de beslissing. Deze mededeling wordt vervolgens samen met de beslissing van de Deontologische Commissie voorgelegd aan de raad van bestuur. De raad van bestuur besluit vervolgens om de beslissing te bevestigen of te hervormen. Eens de raad van bestuur een besluit heeft genomen wordt de beslissing definitief.

Indien het de Commissie een tijdelijke schorsing of schrapping van een effectief lid adviseert, is er geen beroep mogelijk bij het Bestuur maar oordeelt de Algemene Vergadering overeenkomstig artikel 37 of het advies tot tijdelijke schorsing of schrapping al dan niet wordt bevestigd. De Algemene Vergadering kan eveneens alle andere maatregelen of sancties opleggen. Het Bestuur kan in afwachting van de beslissing van de Algemene Vergadering het lidmaatschap van het betrokken lid schorsen.

11.5. Afstand van klacht

11.5.1. De indiener heeft het recht om op elk moment zijn klacht te laten vallen. De Commissie kan dan besluiten de klachtenprocedure af te sluiten zonder gevolg maar heeft ook de mogelijkheid om zelf verder te gaan met het onderzoek in het kader van haar onderzoeksrecht.

11.6. Onderzoeksrecht

11.6.1. De Commissie heeft het recht om zelf over te gaan tot onderzoek als zij er van op de hoogte zou komen dat een lid van de BVRGS zich zou gedragen hebben in strijd met de deontologische code van de BVRGS of in strijd met een definitieve beslissing.

De Commissie kan ook een beroep doen op, door het bestuur erkende, experten inzake deontologie en juridisch advies.

 

11.6.2. Indien de Commissie na onderzoek meent dat er gegronde redenen zijn om bovenvermelde strijdigheden te vermoeden, neemt ze contact op met het betrokken lid. Deze krijgt, indien hij dit wenst, de gelegenheid gehoord te worden of de Commissie kan dit verzoeken.

11.6.3. De Deontologische Commissie kan na het uitoefenen van haar onderzoeksrecht op dezelfde manier overgaan tot het nemen van een beslissing als bij de klachtenprocedure, die eveneens wordt meegedeeld aan de Raad van Bestuur. Het betrokken lid beschikt over dezelfde beroepsmogelijkheid als bij de klachtenprocedure.

11.7. Maatregelen en sancties

11.7.1. De mogelijk sancties zijn de volgende:

• Een schriftelijke waarschuwing;

• Een tijdelijke schorsing;

• Een definitieve uitsluiting.

11.7.2. De mogelijke maatregelen zijn de volgende:

• Een verplichte supervisie, te volgen bij een supervisor erkend door de BVRGS, waarbij de Commissie het aantal supervisiegesprekken kan bepalen. Na het beëindigen van de supervisie bezorgen het betrokken lid en de supervisor elk een kort verslag aan de deontologische commissie over het verloop en de bevindingen waarna de Commissie een nieuwe beslissing kan nemen.

• Een tijdelijke schorsing alvorens over te gaan tot een beslissing ten gronde.

 

ARTIKEL 12

 

Uittredende of uitgesloten leden en hun rechtsopvolgers hebben geen deel in het vermogen van de vereniging, en kunnen derhalve ook nooit teruggave of vergoeding voor gestorte bijdragen of gedane inbrengsten vorderen.

ARTIKEL 13

Het is wenselijk dat, in afwijking van artikel 7 van deze statuten, leden, erkend door de oude vzw ABIPFS/BVRGS, op eenvoudige vraag bij het Bestuur van één van de twee nieuwe vzw’s, erkend worden als effectief lid of toegetreden lid door de vzw van hun keuze.

De leden worden verondersteld de lidmaatschapsbijdrage te betalen van de vzw waar ze zich lid van wensen te maken. De betaling van het jaarlijks lidgeld wordt beschouwd als een geldige vraag tot lidmaatschap van de gekozen vereniging.

Daarenboven kan een lid Relatie- en Gezinstherapeut / Systeemtherapeut van een van beide vzw’s, ABIPFS of BVRGS, ten allen tijde een aanvraag indienen bij het Bestuur om ook erkend effectief lid of toegetreden lid te worden van de andere vereniging. Het lidmaatschap van de ene vereniging betekent dat de aanvrager automatisch kan erkend worden als effectief lid door de andere vereniging. De aanvrager zal gevraagd worden om 75% van de lidmaatschapsbijdrage te betalen die op dat ogenblik gangbaar zijn in elk van beide verenigingen.

 

TITEL III: HET BESTUUR

ARTIKEL 14

De vereniging wordt bestuurd door een collegiaal bestuursorgaan, het Bestuur, van tenminste drie leden, die natuurlijke of rechtspersonen zijn, die, al dan niet, lid zijn van de vereniging. Indien en zolang de vereniging minder dan 3 leden heeft, mag het Bestuur bestaan uit 2 bestuurders. Zolang het Bestuur tweehoofdig is, verliest elke bepaling die aan een lid van het Bestuur een doorslaggevende stem toekent, van rechtswege haar werking.

 

ARTIKEL 15: Duur van het mandaat van de bestuurders

De bestuurders worden benoemd voor een periode van drie jaar, doch zijn steeds opnieuw herkiesbaar. Tussentijds benoemde bestuurders zijn slechts verkozen voor de rest van de duur van het mandaat.

 

ARTIKEL 16: Wijze van benoeming en bezoldiging van de bestuurders

De bestuurders worden benoemd door de Algemene Vergadering met een gewone meerderheid ongeacht het aantal aanwezige en/of vertegenwoordigde leden. De bestuurders oefenen hun mandaat kosteloos uit tenzij de Algemene Vergadering hier bij gewone beslissing anders over beslist.

De kosten die zij maken in het kader van de uitoefening van hun bestuursmandaat worden op voorlegging van de nodige bewijsstukken vergoed.

 

ARTIKEL 17: Ambtsbeëindiging en afzetting van de bestuurders

Het mandaat van de bestuurders eindigt door afzetting door de Algemene Vergadering, door vrijwillig ontslag, door het verstrijken van het mandaat (in voorkomend geval) of door overlijden.

In geval van daling onder het statutaire minimum van het aantal leden van het Bestuur, door overlijden, dient het Bestuur zo snel mogelijk een Algemene Vergadering samen te roepen, teneinde geldige beslissingen te kunnen blijven nemen.

De afzetting door de Algemene Vergadering wordt beslist bij gewone meerderheid van het aantal aanwezige en/of vertegenwoordigde leden. Het moet evenwel uitdrukkelijk vermeld worden op de agenda van de Algemene Vergadering.

Een bestuurder die vrijwillig ontslag neemt, moet dit schriftelijk bekendmaken aan het Bestuur. Dit ontslag gaat onmiddellijk in tenzij door dit ontslag het minimum aantal bestuurders onder het statutaire minimum is gedaald.

In dit geval, moet het Bestuur binnen de twee maanden de Algemene Vergadering bijeenroepen, welke in de vervanging van de betrokken bestuurder dient te voorzien en hem daarvan ook schriftelijk in kennis zal stellen.

ARTIKEL 18: Bevoegdheden van de bestuurders.

Het Bestuur vertegenwoordigt de vereniging in alle gerechtelijke en buitengerechtelijke akten en heeft eveneens alle bevoegdheden die niet bij wet of door deze statuten aan de Algemene Vergadering worden toegekend en op voorwaarde dat zijn beslissingen genomen zijn binnen de begroting, die werd goedgekeurd door de Algemene Vergadering.

Het Bestuur benoemt en ontslaat de leden van het personeel en bepaalt hun bezoldigingen.

Het Bestuur kan slechts geldig beslissen wanneer minstens de helft van zijn leden aanwezig zijn.

De beslissingen van het Bestuur worden met eenvoudige meerderheid genomen. Enkel en alleen in geval van gelijkheid van stemmen heeft de voorzitter een beslissende stem.

Het Bestuur oefent haar mandaat als college uit, maar kan bepaalde bevoegdheden onder haar verantwoordelijkheid overdragen aan één of meer gemachtigden.

Het Bestuur benoemt zelf elke functie en commissie die hij voor de goede werking van de vereniging noodzakelijk acht.

Onverminderd de algemene vertegenwoordigingsbevoegdheid van het Bestuur als college, is de vereniging in en buiten rechte rechtsgeldig vertegenwoordigd door de voorzitter of de secretaris, die alleen kunnen handelen, of door twee bestuurders, die gezamenlijk moeten handelen.

 

ARTIKEL 19

Het Bestuur wordt bijeengeroepen door de voorzitter of door twee bestuurders.

De vergaderingen van het Bestuur worden voorgezeten door de voorzitter. Indien deze belet of afwezig is, wordt de vergadering voorgezeten door de oudste van de aanwezige bestuurders. Het is mogelijk om vanop afstand te vergaderen via bijvoorbeeld telefoon-of videoconferentie.

Besluiten van het Bestuur kunnen bij eenparig schriftelijk akkoord van de bestuurders genomen worden. Dit houdt in elk geval in dat er een beraadslaging plaatsvond per e-mail, video- of telefoonconferentie of ander communicatiemiddel.

ARTIKEL 20

Van elke vergadering worden notulen gemaakt, die ondertekend worden door de voorzitter en de secretaris en die ingeschreven worden in een daartoe bestemd register. De uittreksels die moeten worden overgelegd worden geldig ondertekend door de voorzitter en de secretaris. Bij ontstentenis van deze bestuurders kunnen twee andere bestuurders deze documenten geldig ondertekenen.

ARTIKEL 21

Het Bestuur vaardigt alle interne reglementen uit die hij nodig oordeelt. Dergelijk intern reglement kan geen bepalingen bevatten die strijdig zijn met het WVV of de statuten. Het intern reglement en elke wijziging daarvan worden aan de leden meegedeeld overeenkomstig artikel 2:32 WVV.

De recentste versie van het intern reglement ligt steeds ter inzage op de zetel van de vzw en dateert van 8 september 2020.

Indien het Bestuur het intern reglement wijzigt, is ze verplicht dit op de agenda en in de notulen van het Bestuur op te nemen.

ARTIKEL 22

Elke bestuurder kan geldig tekenen namens de vereniging tegenover bpost (zoals bijvoorbeeld voor het in ontvangst nemen van aangetekende zendingen).

Bestuurders die namens de vereniging optreden, moeten ten aanzien van derden niet doen blijken van enig besluit of van enige machtiging.

ARTIKEL 23: Personen gemachtigd om de vereniging te vertegenwoordigen, overeenkomstig art. 9:7, §2 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen

Het Bestuur kan zijn bevoegdheden voor bepaalde handelingen en taken op zijn verantwoordelijkheid overdragen aan één van de bestuurders of aan een ander persoon, die al dan niet lid is van de vereniging. Hun benoeming gebeurt door het Bestuur bij gewone meerderheid, die hieromtrent geldig beslist indien de meerderheid van de bestuurders aanwezig is.

De ambtsbeëindiging van deze gemachtigde personen kan geschieden:

a) op vrijwillige basis door de gemachtigde zelf door een schriftelijk ontslag in te dienen bij het Bestuur

b) door afzetting door het Bestuur bij gewone meerderheid die hieromtrent geldig beslist indien de meerderheid van de bestuurders aanwezig is. De beslissing hieromtrent door het Bestuur moet evenwel binnen de zeven kalenderdagen bij aangetekend schrijven ter kennis gebracht worden van de betrokkene.

Onverminderd de algemene vertegenwoordigingsbevoegdheid van het Bestuur als college, is de vereniging in en buiten rechte rechtsgeldig vertegenwoordigd door de voorzitter of de secretaris, die alleen kunnen handelen, of door twee bestuurders, die gezamenlijk moeten handelen.

ARTIKEL 24: Personen belast met het dagelijks bestuur van de vereniging, overeenkomstig art. 9:10 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen

Het Bestuur kan een dagelijks bestuur aanstellen bestaande uit één of meerdere personen.

Het dagelijks bestuur omvat zowel de handelingen en de beslissingen die niet verder reiken dan de behoeften van het dagelijks leven van de vereniging, als de handelingen en de beslissingen die, ofwel om reden van hun minder belang dat ze vertonen, ofwel omwille van hun spoedeisend karakter, de tussenkomst van het bestuursorgaan niet rechtvaardigen.

De benoeming gebeurt door het Bestuur bij meerderheid van stemmen van de aanwezige bestuurders, die hieromtrent geldig beslist indien de meerderheid van de bestuurders aanwezig is.

De ambtsbeëindiging van het dagelijks bestuur kan geschieden:

a) op vrijwillige basis door een lid van het dagelijks bestuur zelf door een schriftelijk ontslag in te dienen bij het Bestuur

b) door afzetting door het Bestuur bij meerderheid van stemmen van de aanwezige bestuurders, die hieromtrent geldig beslist indien de meerderheid van de bestuurders aanwezig is. De beslissing hieromtrent door het Bestuur moet evenwel binnen de zeven kalenderdagen bij aangetekend schrijven ter kennis gebracht worden van de betrokkene.

De beslissingen genomen door het dagelijks bestuur worden op intern vlak steeds genomen in collegiaal overleg indien er meerdere dagelijkse bestuurders werden aangesteld.

Voor de externe vertegenwoordiging wat het dagelijks bestuur betreft, kan een dagelijks bestuurder alleen handelen indien er meerdere dagelijkse bestuurders werden aangesteld.

 

ARTIKEL 25

Het Bestuur van de BVRGS zorgt er mee voor dat de contacten met de Belgische zustervereniging ABIPFS bewaard blijven. Het is wenselijk dat de raden van bestuur van de 2 vzw’s, van ABIPFS en van BVRGS, van beide zijden open staan voor een uitnodiging voor een ontmoeting betreffende onderwerpen van gemeenschappelijk belang.

Het is wenselijk dat de twee verenigingen elkaar raadplegen voor elke bijeenkomst van EFTA/NFTO en dat de vertegenwoordiger(s) van de twee verenigingen, aanwezig op de EFTA/NFTO bijeenkomst, de gemeenschappelijke belangen verdedigen.

TITEL IV: ALGEMENE VERGADERING

ARTIKEL 26

De Algemene Vergadering is samengesteld uit alle effectieve leden, en wordt voorgezeten door de voorzitter van het Bestuur, of door de oudste van de aanwezige bestuurders.

Een lid kan zich echter door een ander lid op de Algemene Vergadering laten vertegenwoordigen. Een lid kan evenwel slechts één ander lid vertegenwoordigen. Elk lid beschikt slechts over één stem op de Algemene Vergadering.

ARTIKEL 27

De Algemene Vergadering is uitsluitend bevoegd voor:

- het wijzigen van de statuten,

- de benoeming en de afzetting van de bestuurders en de bepaling van hun bezoldiging ingeval een bezoldiging wordt toegekend,

- de benoeming en de afzetting van de commissarissen en het bepalen van hun bezoldiging ingeval een bezoldiging wordt toegekend,

- de kwijting aan de bestuurders en de commissarissen, alsook, in voorkomend geval, het instellen van de verenigingsvordering tegen de bestuurders en de commissarissen,

- de goedkeuring van de begroting en van de rekening,

- de ontbinding van de vereniging,

- de benoeming van een effectief lid en de uitsluiting van een effectief lid van de vereniging,

- de omzetting van de VZW in een IVZW, een coöperatieve vennootschap erkend als sociale onderneming of in een erkende coöperatieve vennootschap sociale onderneming,

- om een inbreng om niet van een algemeenheid te doen of te aanvaarden,

- alle andere gevallen waarin de wet of de statuten het vereisen,

- de bepaling van de bezoldiging voor de leden van de verschillende commissies opgericht in de schoot van de vereniging ingeval een bezoldiging wordt toegekend,

- de bepaling van de bezoldiging van het dagelijks bestuur ingeval een bezoldiging wordt toegekend.

ARTIKEL 28

De Algemene Vergadering wordt geldig bijeengeroepen door het Bestuur of door het dagelijks bestuur telkens als het doel van de vereniging zulks vereist. In voorkomend geval kan ook de commissaris de Algemene Vergadering bijeenroepen.

Zij moet tenminste eenmaal per jaar worden bijeengeroepen voor het goedkeuren van de rekeningen van het afgelopen jaar en voor de begroting van het komend jaar.

ARTIKEL 29

De Algemene Vergadering wordt gehouden binnen de zes maanden na afsluitingsdatum van het boekjaar.

ARTIKEL 30

Het Bestuur is bovendien verplicht de Algemene Vergadering samen te roepen wanneer 1/5de van de effectieve leden daartoe een verzoek richt aan het Bestuur en dit per aangetekende brief waarin de te behandelen agendapunten zijn vermeld. In dit geval is het Bestuur verplicht de Algemene Vergadering samen te roepen binnen de 21 dagen na het verzoek tot bijeenroeping met vermelding op de agenda van de gevraagde agendapunten. De Algemene Vergadering wordt in dat geval uiterlijk gehouden binnen drie maanden na dit verzoek.

ARTIKEL 31

De oproepingen tot de Algemene Vergadering moeten om geldig te zijn, ondertekend worden door de voorzitter, of twee bestuurders. Alle effectieve leden, bestuurders en commissarissen moeten worden opgeroepen per gewone brief, per aangetekende brief of per e-mail op het adres dat deze daartoe laatst heeft opgegeven, tenminste vijftien dagen voor de vergadering.

ARTIKEL 32

De oproepingsbrief, die plaats, dag en uur van de vergadering vermeldt, bevat de agenda, die wordt vastgelegd door het Bestuur of het dagelijks bestuur. Elk onderwerp dat schriftelijk wordt voorgedragen door 1/20ste van de effectieve leden, moet eveneens op de agenda worden vermeld. Dit onderwerp moet uiteraard door de 1/20ste van de leden ondertekend zijn en tenminste drie dagen voor de vergadering aan de voorzitter van het Bestuur overhandigd zijn.

Onderwerpen die niet op de agenda staan, kunnen in geen geval behandeld worden.

Aan de leden, de bestuurders en de commissarissen die erom verzoeken wordt onverwijld en kosteloos een kopie verzonden van de stukken die krachtens het WVV aan de Algemene Vergadering moeten worden voorgelegd.

ARTIKEL 33

De bestuurders geven antwoord op de vragen die hun door de leden, vooraf of tijdens de vergadering, mondeling of schriftelijk, worden gesteld en die verband houden met de agendapunten. Zij kunnen, in het belang van de vereniging, weigeren op vragen te antwoorden wanneer de mededeling van bepaalde gegevens of feiten de vereniging schade kan berokkenen of in strijd is met de door de vereniging aangegane vertrouwelijkheidsclausules.

In voorkomend geval, geeft de commissaris antwoord op de vragen die hem door de leden, vooraf of tijdens de vergadering, mondeling of schriftelijk, worden gesteld en die verband houden met de agendapunten waarover hij verslag uitbrengt. Hij kan, in het belang van de vereniging, weigeren op vragen te antwoorden wanneer de mededeling van bepaalde gegevens of feiten de vereniging schade kan berokkenen of in strijd is met zijn beroepsgeheim of met door de vereniging aangegane vertrouwelijkheidsclausules. Hij heeft het recht ter Algemene Vergadering het woord te voeren in verband met de vervulling van zijn taak.

De bestuurders en de commissaris kunnen hun antwoord op verschillende vragen over hetzelfde onderwerp groeperen.

ARTIKEL 34

In gewone gevallen worden de besluiten genomen bij eenvoudige meerderheid van de aanwezige en vertegenwoordigde stemmen. In geval van gelijkheid van stemmen wordt het voorstel verworpen.

ARTIKEL 35: statutenwijziging

Tot wijziging van de statuten kan slechts worden besloten indien die wijziging gedetailleerd op de agenda is vermelden indien 2/3de van de effectieve leden aanwezig of vertegenwoordigd is. Wordt dit getal niet bereikt dan kan een tweede vergadering worden bijeengeroepen, zoals door deze statuten is bepaald, en waarop deze vergadering een geldig besluit zal kunnen nemen, ongeacht het aantal aanwezigen. Deze tweede vergadering mag niet binnen de 15 dagen volgend op de eerste vergadering worden gehouden. Voor elke statutenwijziging is bovendien een meerderheid van 2/3de der aanwezige of vertegenwoordigde stemmen vereist, ook op de tweede Algemene Vergadering. Tot wijziging van het doel van de vereniging kan slechts met een meerderheid van 4/5de van de stemmen worden besloten.

ARTIKEL 36

Bij vrijwillige ontbinding van de vereniging worden dezelfde regels als deze beschreven voor het wijzigen van het doel der vereniging vereist.

ARTIKEL 37

De uitsluiting van een effectief lid kan slechts door de Algemene Vergadering worden uitgesproken met naleving van de aanwezigheids- en meerderheidsvereisten voorgeschreven voor een statutenwijziging. De uitsluiting van een lid moet worden aangegeven in de oproeping en het lid moet worden gehoord.

ARTIKEL 38

Van elke vergadering worden notulen gemaakt, die ondertekend worden door de voorzitter en de secretaris en opgenomen worden in een bijzonder register. Dit register kan op de zetel van de vereniging door leden en belanghebbende derden worden ingezien. Uittreksels daarvan worden geldig ondertekend door de voorzitter en de secretaris of door twee bestuurders en bij ontstentenis hiervan door twee leden van de Algemene Vergadering.

Van elke Algemene Vergadering wordt een rapport opgesteld en opgestuurd naar elk lid per gewone brief of per e-mail op het adres dat deze daartoe laatst heeft opgegeven.

TITEL V: REKENINGEN EN BEGROTINGEN

ARTIKEL 39

Het boekjaar van de vereniging loopt van 1 januari tot 31 december.

Het Bestuur sluit de rekeningen over het voorbije boekjaar af en bereidt de begroting van het komend boekjaar voor. Beide worden ter goedkeuring aan de Algemene Vergadering voorgelegd die gehouden wordt binnen zes maanden na afsluitingsdatum van het boekjaar.

TITEL VI: ONTBINDING EN VEREFFENING

ARTIKEL 40

Behoudens gevallen van gerechtelijke ontbinding en ontbinding van rechtswege kan slechts de Algemene Vergadering tot ontbinding besluiten indien 2/3de van de leden op de Algemene Vergadering aanwezig of vertegenwoordigd zijn en er bovendien een 4/5de meerderheid akkoord is om de vereniging vrijwillig te ontbinden. Het voorstel tot vrijwillige ontbinding van de vereniging moet uitdrukkelijk op de agenda van de Algemene Vergadering vermeld worden.

Zijn geen 2/3de van de leden op deze Algemene Vergadering aanwezig of vertegenwoordigd, dan moet een tweede Algemene Vergadering worden bijeengeroepen die geldig beraadslaagt ongeacht het aantal aanwezige of vertegenwoordigde leden maar mits een 4/5de meerderheid wordt akkoord gevonden om de vereniging vrijwillig te ontbinden.

In geval van vrijwillige ontbinding benoemt de Algemene Vergadering, of bij gebreke daarvan, de rechtbank, één of meer vereffenaars. Zij bepaalt tevens hun bevoegdheid alsmede de vereffeningsvoorwaarden.

De activa zullen, na aanzuivering van de passiva, worden overgedragen aan een vereniging met een belangeloze doelstelling. Deze doelstelling moet geheel of gedeeltelijk gelijkaardig zijn aan het doel van de huidige vereniging.

ARTIKEL 41

Voor alles wat in deze statuten niet is voorzien of geregeld, blijft de Wet van 23 maart 2019 tot invoering van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen (WVV), gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 4 april 2019, toepasselijk.

Aldus aangenomen op de bijzondere Algemene Vergadering van 8 september 2020,

Te Mechelen, op 08/09/2020,

 

Arras Joeri Vilas

Voorzitter