De deontologische code van de BVRGS

Psychotherapeuten en counselors onderschrijven dezelfde gedragscode als eenieder werkzaam in de menselijke gezondheidszorg. De code welke wij als BVRGS mee onderschrijven sluit bijgevolg aan bij de deontologische beroepsregels voor psychologen, zoals wettelijk bepaald in het Koninklijk Besluit van 2 april 2014, en gewijzigd door het Koninklijk Besluit van 4 juni 2018. Deze code vindt u hier terug.

Echter, voor relatie-en gezinstherapeuten en systemisch counselors van de BVRGS betreffen deze regels geen wettelijk bindend kader, maar dienen ze als richtlijn naar deontologisch en ethisch handelen. Bij het behandelen van ethische vragen of klachten baseren we ons dus op de code van de Europese Vereniging voor Gezinstherapie (EFTA), welke u hier terug vindt.

Deze deontologische code biedt een leidraad voor een correcte en integere beroepsuitoefening.  Alle leden van de BVRGS, ongeacht statuut, sector of arbeidsreglement, verklaren zich dan ook gebonden aan deze deontologische code die de BVRGS onderschrijft. Door te kiezen voor lidmaatschap van BVRGS, aanvaardt ieder lid om zich te gedragen volgens de code voor systemisch werkers die op dit ogenblik in voege is. Als lid kan je dan ook bij de commissie terecht voor advies in handelen naar deze code, en aanvaardt je dan ook elke beslissing van de BVRGS die in overeenstemming met deze code genomen wordt. Het niet eerzaam hanteren van deze code kan leiden tot een klacht, welke door de commissie wordt onderzocht, en welke een opgelegd ondersteunend supervisietraject of (tijdelijke) schorsing van de beroepsvereniging tot gevolg kan hebben.

De code is van toepassing op alle relaties van de leden van BVRGS met cliënten, studenten, supervisanten en collega’s. De code dekt ook de andere verantwoordelijkheden verbonden aan het uitoefenen van een functie als relatie- en gezinstherapeut en/of systemisch counselor. De professionele standaarden voor een relatie- en gezinstherapeut en voor een systeemcounselor veronderstellen een voortdurende inspanning om correct te handelen.

Dankzij deze aanwijzingen naar integer handelen in de menselijke gezondheidszorg kunnen wij ons op een mens- en professioneel waardige manier representeren als beroepsgroep en onze leden helpen verbinden in menselijke waarden van zorg en respect. De code beschermt daarmee ook de patiënten en cliënten met welke we professioneel in contact komen en treedt daarmee op als bescherming voor ongewenste handelingen die het respect voor ons beroep kunnen aantasten.

De code kan tevens als een leidraad worden gezien om structuur en richting te geven aan intervisie en supervisie.

Belangrijkste elementen van de beroepscode zijn:

  • de plichten van de beroepsbeoefenaar, zijnde: de geheimhoudingsplicht en de deontologische richtlijnen inzake begeleiding bij minderjarigheid
  • de algemene principes van de beroepsbeoefenaar, zijnde: de cliëntrechten en de waardigheid, verantwoordelijkheid, bekwaamheid, integriteit en eerlijkheid als beroepsbeoefenaar.

De volledige systemische beroepscode welke wij hanteren vindt u hier:

  1. Verantwoordelijkheid ten opzichte van cliënten

    1. De psychotherapeut of counselor is gebonden aan het beroepsgeheim. Als hij toestemming heeft om te spreken  vanuit zijn cliënt of verplicht is te spreken omwille van een positie van schuldig verzuim indien wordt gezwegen, mag hij alleen spreken binnen de grenzen van deze toestemming of verplichting zoals wettelijk bepaald in de Belgische wet van 2 april 2014. Deze discretieplicht geldt ongeacht de leeftijd van een cliënt, en de systematische samenstelling van het cliëntsysteem (individu, koppel, gezin,…) en blijft tevens gelden buiten de uren van contact met de cliënt. Ook wanneer de cliënt-hulpverlener-interactie is afgelopen blijft deze geheimhoudingplicht gelden, evenzeer na overlijden of wegvallen van wilsbekwaamheid van een cliënt.
    2. De relatie- en gezinstherapeut of counselor dient zich bewust te zijn van zijn invloedrijke verhouding tot de cliënten en mag het vertrouwen van cliënten niet gebruiken voor persoonlijk voordeel.
    3. De relatie- en gezinstherapeut of systemisch counselor dient de rechten van de cliënt te respecteren, meer bepaald zijn vrijheid, waardigheid, privacy, autonomie en zijn integriteit, ongeacht de leeftijd van een cliënt. Minderjarige cliënten hebben met andere woorden ook recht op hulp en recht of privacy en autonomie, ook al is de primaire richtlijn dat beide ouders van een minderjarige op de hoogte moeten zijn van de behandeling (meer info hierover vindt u hier).
    4. De systemisch counselor handelt binnen een welomschreven mandaat, dat zich onderscheidt van het mandaat van de relatie-en gezinstherapeut; dit onderscheid wordt in de praktijk gerealiseerd door een eigen vooropleiding, een specifieke opleiding tot counselor en een professionele counselingpraktijk, in teamverband of in een collegiale context als zelfstandige. De counselor is zich bewust van de specificiteit van zijn mandaat. Hij zal geen opdrachten aanvaarden die buiten zijn bevoegdheid en competentie vallen. Bij twijfel daarover raadpleegt hij een collega of verantwoordelijke van de organisatie waarvoor hij werkt. Indien nodig zal hij verwijzen naar een andere professional.
    5. Specifiek werken we als systeemdenker zowel met een individuele cliënt, als met een koppel, enkele leden van een gezin (in al dan niet wisselende samenstellingen) of met het gezin in zijn geheel wanneer dit gepast is. In welke samenstelling dan ook stellen we ons steeds meerzijdig partijdig. Het betrekken van de context is zinvol om verbindend te kunnen werken binnen, maar dient steeds met de meest professionele zorg en relationele ethiek te worden benaderd.
    6. Een psychotherapeut of counselor wordt dan ook verwacht kritisch te reflecteren over zijn handelen en eigen mentale gezondheid en zijn deskundigheid in stand te houden. Eigen competenties  dienen regelmatig te worden geëvalueerd. Dit houdt in dat er overleg plaatsvindt met andere beroepsbeoefenaars (intervisie en/of supervisie), onder gedeelde geheimhouding, waarin zowel de casus als het eigen handelen naar correctheid, waardigheid en integriteit wordt geëvalueerd.  
    7. Relatie- en gezinstherapeuten en systemische counselors dienen gericht te zijn op een professionele en positieve bijdrage van hun interventies en zich bewust te zijn dat schadelijke effecten van een interventie kan bestaan. Ze dienen cliënten die buiten hun competentie vallen dan ook te verwijzen naar andere en relevante professionals.
    8. Systemische counselors en relatie- en gezinstherapeuten dienen er verder naar te streven hun kennis en kunde op peil te houden en dienen zich op de hoogte te stellen van de laatste ontwikkelingen in (het onderzoek in) hun vakgebied. Zij dienen zich te engageren in bijscholingsactiviteiten, studiedagen, congressen, lezen van boeken en tijdschriften.
    9. Als beroepsbeoefenaar mag een relatie- en gezinstherapeut en/of een systemisch counselor zijn persoonlijke belangen niet voorop stellen in de uitoefening van zijn beroep. Winstbejag, rolvermenging, enz. zijn niet toegestaan en worden aanzien als een integriteitsbreuk met de rol van psychotherapeut of counselor.
    10. Elk wetenschappelijk onderzoek waar cliënten bij betrokken worden, dient zorgvuldig alle implicaties voor alle betrokkenen te overwegen. Het moet onderworpen worden aan een evaluatie door derden (een commissie medische ethiek), en tevens via de weg van de Commissie Deontologie en Ethiek van de BVRGS.
  2. Specifieke verantwoordelijkheden ten opzichte van studenten en supervisanten

    1. Opleiders (in opleiding) en supervisors (in opleiding) dienen zich bewust te zijn van de autoriteitsrelatie tegenover hun supervisanten en studenten. De opleider of supervisor mag op geen enkele manier het geschonken vertrouwen misbruiken.
  3. Verantwoordelijkheid ten opzichte van collega’s

    1. Counselors en psychotherapeuten dienen op een respectvolle en ethisch verantwoorde wijze samen te werken met collega’s, met als gemeenschappelijk professioneel doel het welbevinden van hun cliënten, supervisanten en studenten.
    2. Deze op samenwerking gerichte attitude stelt counselors en psychotherapeuten in staat beroep te doen op collegiaal advies, verwijzing of ondersteuning in situaties waar de problematiek van cliënt(en) refereert aan strikt medische, psychiatrische en/of psychotherapeutische expertise.
    3. Counselors en psychotherapeuten dienen, in wetenschappelijk onderzoek en verslaggeving, bijdragen van hun collega’s te erkennen en dienen hun collega’s op gepaste wijze te crediteren en te citeren.